Koeien aaien en leren over friet en pasta: kinderen ontdekken de boerderij in Lepelstraat
BERGEN OP ZOOM – „Het stinkt”, roept een leerling die zijn neus stevig dichtknijpt. „Dat is boerderijgeur”, zegt boerin Natasja Blom. „Allemaal even diep door de neus inademen, dan ben je er zo aan gewend.”
BRON: BN De Stem – Mariëtte den Engelse
Leerlingen van de groepen 5 en 6 van basisschool De Welle uit Bergen op Zoom zijn op bezoek bij melkveehouderij Hoogerwerf in Lepelstraat.
Het is de Week van de Klasseboer en op de Brabantse Wal stellen zeven boerenbedrijven uit Lepelstraat, Dinteloord en Nieuw-Vossemeer de deuren open voor in totaal dertien klassen.
„Mogen we de koeien ook aaien?” Een leerling springt een gat in de lucht als hij hoort dat het mag. In de stal steekt de 9-jarige Ignacy voorzichtig zijn hand uit. Een nieuwsgierige koe komt dichterbij en likt aan zijn vingers. „De tong voelt een beetje aan als papier”, lacht hij. „Maar het is wel schattig, het is net of de koe een beetje van je houdt.”
Terwijl her en der plukjes kinderen door de stal lopen, schaart een grote groep zich rond boerin Natasja. Want waarom hebben alle koeien oorbellen? De kinderen hangen aan haar lippen als ze vertelt dat alle kalfjes bij de geboorte geoormerkt worden. Op die gele oorbellen staat een nummer. „Jullie krijgen bij de geboorte ook allemaal een nummer, het burgerservicenummer. Dat staat in je paspoort en is gelinkt aan je persoonsgegevens. Voor een koe is het oormerk haar paspoort.”
Je moet gewoon rustig blijven, een beetje zachtjes tegen de koe praten en dan kan je haar makkelijk aaien
Sander (9), leerling De Welle
Even verderop praat Sander (9) tegen een koe terwijl hij het beest aait. „Je moet gewoon rustig blijven, een beetje zachtjes tegen de koe praten en dan kan je haar makkelijk aaien”, vertelt hij deskundig. „Ik weet wel hoe dat moet. Ik wil later boer worden.”
En dat is precies waar de Week van de Klasseboer voor is bedoeld. Kinderen enthousiast maken voor het boerenleven.
‘Eten wat de pot schaft’ is dit jaar het thema. Het verwijst naar een tijd waarin iedereen simpelweg at wat er op tafel kwam, zonder keuze of luxe. Dat is in de huidige tijd wel anders, met grote supermarkten die uitpuilen van producten uit alle windstreken. Op de boerderij leren de kinderen spelenderwijs waar hun eten vandaan komt.
Pasta wordt gemaakt van tarwe
Met een interactieve opdracht ontdekken ze of producten uit de grond, uit de stal of uit de kas komen. En ook wat er van gemaakt wordt. Dat aardappels goed zijn voor friet, dat weten de meeste kinderen wel. Maar dat van tarwe behalve brood ook pasta wordt gemaakt, daar kijken sommigen van op.
Als de aandacht wat verslapt is het tijd voor pauze. „Maar eerst handenwassen”, zegt boerin Natasja die met een grote fles op alle handen wat zeep spuit. Het is een leerzame ochtend op de boerderij.
Lees hier het originele artikel online inclusief een filmpje van het bezoek!